Veld Omschrijving SR1 Lengte2 Type3 Posities
BSTNUM Bestand-nummer 4 N 001-004
MUTKOD Mutatiecode 1 N 005-005
MFBANR Actienummer 1O 10 N 006-015
MFBNR Parameter/Attribuut/Protocolnummer 2O 10 N 016-025
MFBAANST Aansturing van soort 3O 1 N 026-026
LEEG Leeg veld 6 A 027-032
1) SR Sortering van de records, wordt ingevuld achter de records die de sleutels bepalen.
1e positie: 1=hoofdsleutel, 2=secundaire sleutel, enz.
2e positie: O=Oplopend, A=Aflopend
2) Lengte (a,b)=a cijfers voor de komma, b cijfers na de komma.
(a+1)=a cijfers plus 1 controlecijfer.
3) Type AN=Alfanumeriek
N=Numeriek

Dit bestand geeft aan bij welke acties een verwijzing naar een andere bouwsteen aanwezig is en welke bouwsteen dit betreft.

MFB-bestanden : De derde generatie Medicatie Bewaking

Met de huidige tweede generatie Medicatie Bewaking wordt de wetenschappelijke
kennis over geneesmiddelen (GIC) in de G-Standaard door Z-Index digitaal
beschikbaar gesteld.

De bewaking dient altijd ter ondersteuning van de zorgverlener.. sec toegepast
op de dosering, een interactie en/of dubbelmedicatie tussen twee geneesmiddelen
en/of een contra-indicatie van een geneesmiddel met een bepaald indicatie van de
patiënt (bv zwangerschap, diabetes, sportbeoefening).

De Medisch Farmaceutische Beslisregel (de derde generatie
Medicatie Bewaking) gaat in deze ondersteuning nu veel verder.

- Door het mixen van bv meerdere interacties en/of contra-indicaties kunnen
meerdere meldingen doelgerichter resulteren in slechts één melding.

- Door gebruik te maken van veel patiëntkenmerken (bv lab- en/of meetwaarden)
kunnen meldingen gerichter ter ondersteuning gemeld of juist onderdrukt
worden.

- Door gebruik te maken van proces-indicatoren kunnen juist specifieke meldingen
wel of niet worden aangestuurd in een bepaald proces. Denk hierbij aan bv
meldingen, die gaan over staken van een medicijn. Zij dienen alleen getoond te
worden bij het staken, niet bij het voorschrijven.

Gebruik van MFB's zal derhalve resulteren in minder, kortere en
doelgerichtere meldingen.


Voor zeer uitgebreide technische informatie zie Implementatie Richtlijn MFB

De MFB's zijn in de G-Standaard opgeslagen in de volgende
bestanden:


Bestanden voor het trigeren van de protocollen

581: triggering vanuit het voorschrijven van een artikel G-Standaard

682: Onderdrukken van bijhorende medicatiebewakingmelding(en) volgens
de methodiek anno 2012

698: De groepering (labeling) van de verschillende protocollen

699: Definities van de waardenlijst (ook binnen het protocol als input bij de
vraagfunctie)


Bestanden voor het doorlopen van het protocol

690: Protocol startgegevens

691: Protocol verbindingsgegevens tussen vragen onderling en de uiteindelijk
actie

692: Definitie van de protocol-vraag, aansturing van functie of
protocol-attribuut

Bestanden van de MFB-parameters, die nodig zijn voor een automatische
afhandeling van een willekeurige vraag


689: Definities van de functies, die gekoppeld kunnen worden aan een vraag.

685: Definities van de parameters (input bij de vraagfunctie)

699: Definities van de waardenlijsten (input bij de vraagfunctie en/of de
triggering van een MFB-protocol)

686: Definities van de attributen (output bij de vraagfunctie)

684: De koppelingen tussen de MFB-parameters en de externe coderingen voor bv
ICPC1, ICD9, ICD10, LOINC, NHG-tabel(labwaarden)

Per vraag de koppelingen met de MFB-parameters welke nodig zijn om de vraag
automatisch af te kunnen handelen.


695: Koppeling vraag,functie met parameters binnen de vraag(input voor de
functie)

696: Koppeling vraag,functie met waardenlijsten binnen de vraag(input voor de
functie)

697: Koppeling vraag,functie met attributen binnen de vraag(output voor de
functie)


Afhandeling per actie .

693: Koppeling tussen actie en melding en ZRS

694: Koppeling tussen actie en vervolg (aan te vragen lab/meetwaarden of
vervolg protocol)


Nieuwe thesauri:

2000 Algemene meetwaarden tabel

2003 Artikelcode in waardenlijst

2010 Procesreden

2011 Extern code type (bv 1=ICPC, 2=NHG-labwaar?/