Welk product past het beste bij mij?
Soort add-on | NZa-maximumtarief | Indicatietekst | Aanspraakstatus | ZI-nummer | Historie | |
---|---|---|---|---|---|---|
G-Standaard Download | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Nee |
Module Add-on in G-Standaard Flex | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Nee |
Historisch bestand add-ons | Ja | Ja | Ja | Ja | Nee | Ja |
Stofnamen bestand add-ons | Ja | Nee | Ja | Ja | Ja | Nee |
Wanneer krijgt een geneesmiddel de add-on status zonder dat een aanvraag nodig is?
De NZa kent in beginsel ambtshalve (zonder aanvraag) de add-on status toe aan geneesmiddelen die dezelfde GPK-code hebben als reeds aangewezen add-on geneesmiddelen. Als een nieuw geneesmiddel dezelfde GPK heeft als een reeds opgenomen add-on geneesmiddel, dan hoeft er geen aanvraag te worden gedaan bij de NZa. Dit geldt overigens niet voor geïmporteerde geneesmiddelen die niet in Nederland geregistreerd zijn.
Waarom ontbreekt bij sommige add-on geneesmiddelen de indicatie?
De indicaties worden door de afdeling Farmatec van het CIBG (agentschap van VWS) gekoppeld aan add-on geneesmiddelen. Farmatec koppelt de indicaties aan geneesmiddelen die vorige maand in de G-Standaard waren gepubliceerd met de add-on status. Dat betekent dat er altijd een vertraging van één maand zit tussen de eerste vermelding van een geneesmiddel als add-on, en het uitleveren van de betreffende indicaties. Dummy-indicaties 99999995, 99999998 en 99999999 zijn altijd direct beschikbaar vanaf de eerste maand dat het geneesmiddel de add-on status heeft.
Wat betekenen dummy-indicaties die aan add-on geneesmiddelen zijn gekoppeld?
Naast de indicaties die door het CIBG worden toegekend worden er ook altijd drie dummy-indicaties gekoppeld aan elke add-on: 99999995, 99999998 en 99999999. Deze dummy-indicaties zijn direct beschikbaar vanaf de allereerste maand dat het geneesmiddel de add-on status heeft. Als het middel tijdens de eerste maand gebruikt wordt voor een indicatie die voor vergoeding in aanmerking komt, dan kan de dummy-code 99999998 worden gebruikt om het middel te declareren. Indicatie 99999999 is bestemd om gebruik te registreren bij indicaties die niet vergoed worden. Indicatie 99999995 is bestemd voor gebruik bij een toepassing die standaard niet voor vergoeding in aanmerking komt, maar waarbij de zorgverzekeraar een individuele machtiging heeft afgegeven waardoor het wel gedeclareerd mag worden.
Waarom staat de Rzv-aanspraakstatus van dit add-on geneesmiddel op ''N'' of ''niet vergoed''?
De Rzv-aanspraakstatus is een veld in de G-Standaard waarin de extramurale aanspraak wordt weergegeven. De Rzv-aanspraakstatus geeft geen antwoord op de vraag of er aanspraak bestaat vanuit de (intramurale) medisch-specialistische zorg. Een geneesmiddel kan als RZV-status "N" hebben, maar intramuraal wél onder de wettelijke aanspraak vallen als add-on geneesmiddel. Voor add-on geneesmiddelen geldt dat ZN de aanspraakstatus per indicatie bepaalt.
Hoe wordt over fouten in de add-on bestanden gecommuniceerd?
Informatie over add-on geneesmiddelen wordt aangeleverd door de NZa, het CIBG en ZN. Deze partijen publiceren soms aanvullende documentatie om veldpartijen te voorzien van tekst en uitleg over wijzigingen en correcties. Met de Add-on Update biedt Z-Index een platform om aanvullende documentatie op één punt te raadplegen. In deze tabel staat de informatie per G-Standaard per partij.